dinsdag, mei 25, 2010

Spannend

Op teenslippers en in t-shirt varen we Scheveningen uit, koers 30, naar IJmuiden.
Relaxt tripje zou je denken. Als halverwege het zicht wat minder wordt is er nog niks aan de hand, maar 5 mijl voor IJmuiden wordt het ineens potdicht. We varen in grijze soep met minder dan 50 meter zicht. Niet leuk, vlakbij zo'n drukke haveningang. Lillian en Max zien aanvankelijk nog niet de ernst van de situatie. Als ik rustig blijf lijkt voor hun altijd alles onder controle. Maar met zo weinig zicht zit ik overduidelijk vol adrenaline. Waar is die pier? En vaart er niet net een tanker naar binnen als wij bij de haveningang zijn? Ik meld via de marifoon onze positie aan de radarpost, die ons in de gaten zal houden. "Felice, houd uw koers, er is geen uigaande vaart." Lillian is nu ook niet meer relaxt maar Max heeft nergens last van. "Mag ik ook even hallo zeggen door de marifoon?" "Nee Max, niet nu!"
De nieuwe plotter brengt ons in de buurt van de pier. De misthoorn klinkt oorverdovend, maar we zien niks. Pas als de radarpost ons een nieuwe koers opgeeft zien we een donker silhouet, veel te dichtbij, op een bootlengte afstand. Het havenhoofd op de pier heb ik nog nooit zo dichtbij gehad. Maar waar is nu de marina? "Felice, hier radarpost IJmuiden, houd nu koers 85." Met een slakkengang motoren we het niets in. Tot Max pal voor de boeg ineens een boei ontwaart. Ik geef een ruk aan het roer en zie de marinaboei aan de verkeerde kant voorbij gaan. Tjee, we moeten er zijn, wie ziet er land? Pas vlakbij de haven zien we dat we rakelings langs de basaltblokken zijn gegleden. Ik kan me niet herinneren ooit een haven te zijn aangelopen met zo weinig zicht. We zijn echt opgelucht als Sonja ons opwacht bij de steiger en onze landvasten vastknoopt.